Zaterdag 24 & zondag 25 december 2016, Kerstmis (jaar A)
In deze nacht herdenken wij dat God op een welbepaald moment onze geschiedenis is binnengekomen. Het is een absoluut wonderlijk gebeuren, dat wij met ons verstand niet kunnen vatten. Maar daarom is het nog niet onredelijk.
De Menswording van God. Diegene waarvan wij ons uit onszelf geen enkele voorstelling kunnen maken, laat zich kennen in een mens. Hij vermomt zich niet in een mens, zoals de goden dat deden in de mythen. Hij komt werkelijk naar ons toe in de gestalte van een echte, kwetsbare mens. Een kind dat geboren wordt en opgroeit en leert en pijn kent, en vreugde en verdriet. Het is niet onredelijk, het gaat niet tegen ons verstand in. Maar tegelijk kunnen wij het met ons verstand alleen niet helemaal vatten. De rede botst hier op haar grenzen.
Er is méér
Zoals trouwens bij alles wat van existentieel belang is in een mensenleven. Alles wat echt van belang is in ons bestaan, alles wat er de zin aan geeft, alles wat te maken heeft met ons verlangen naar geluk, is niet meetbaar, kan niet met ons verstand verklaard worden. Je leest bijvoorbeeld dat wetenschappelijk onderzoek aan het licht bracht dat wanneer iemand mij aanraakt, er een bepaalde stof in mijn hersenen vrijkomt die maakt dat ik die ander graag ga zien. Geen haar op mijn hoofd dat twijfelt aan de geldigheid van zo’n onderzoek. Als iemand ons aanraakt zullen er, afhankelijk van wie het doet en hoe en waarom, waarschijnlijk allerlei fysische processen in gang schieten en zullen er een heleboel stoffen in ons lichaam vrijkomen. Maar dát gaan aanvoeren als verklaring van wat liefde is tussen mensen, is niet ernstig. Er is méér aan de hand. En het is op dat “méér” dat de mens vooral gericht is. Een mens heeft duidelijk niet genoeg aan zijn eigen begrensde zelf. Hij is wezenlijk gericht op datgene wat hem overstijgt. Maar datgene wat hemzelf en de fysieke wereld overstijgt is per definitie niet te vatten in wetenschappelijke formules. En daarom mag de mens zijn bekwaamheid om te geloven en lief te hebben niet laten fnuiken door de beperktheid van zijn denken.
Geborgenheid
Ik noem ze met opzet samen: geloven en liefhebben. “La religion”, zei een groot Frans chansonnier, “est une question d’amour”. Geloof is op de eerste plaats een kwestie van je bemind en geborgen weten. Het is – wat je ook overkomt in het leven – je geborgen weten in de liefde van Iemand die je oneindig overstijgt.
Toen ik een jongetje was van een jaar of acht moest ik voor vele jaren op internaat. Ik ben daar altijd heel ongelukkig geweest. Maar telkens als ik terug moest naar die kostschool kwam ik voorbij een kerk. En op een dag had de pastoor daar een kruis ingeplant met daarop de tekst “God is liefde”. Op een of andere manier zette dat bericht zich vast in mijn binnenste. En omdat ik er meer en meer vast in geloofde, gaf dat kracht en warmte in mijn voor het overige weinig joyeus pensionaatsbestaan. Ach, ik weet wel dat mensen aan dat soort ervaringen graag een rationele uitleg willen geven. Maar die uitleg heeft nog nooit iemand bevrijd of gelukkig gemaakt. Het bericht op dat kruis, dat God liefde is, wél. Al was het maar dat ene anonieme jongetje dat daar af en toe voorbij reed met de schoolbus en dat heel erg ongelukkig was en nauwelijks naar iets anders durfde te kijken dan naar zijn schoenen. Maar dat er langsom meer op vertrouwde dat de geweldige God van hem hield. En dat bracht licht en warmte en hoop en uitzicht op toekomst in zijn leven.
Liefde
Je kan van God houden, ook al ontsnapt Hij volledig aan je verstand. Een van de verstandigste en meest wijze mensen die ik ken, Gerard Bodifée, die zegt: “God staat boven alle begrippen, boven alle categorieën, boven elke logica”. Als ik getuig van mijn geloof dan wil ik ook niet overtuigen, zie het eerder als een liefdesverklaring. Christelijk geloof is inderdaad, zoals die Franse zanger zei, een kwestie van beminnen en je bemind weten. En wie bemint, voegde hij er aan toe, die is gelukkig. Het ergste wat ons de laatste decennia overkwam is dat voor velen het christelijk geloof verschrompeld is tot een geheel van waarden.
De fameuze “Christelijke Waarden”. Maar ons geloof is juist niet een geheel van waarden, normen en voorschriften. Het christelijk geloof is een geloof dat ons op de eerste plaats wil bevrijden. Dat ons wil vrijmaken om te kunnen beminnen.
Vleugels
Het is een geloof dat ons ervan wil overtuigen dat de Grond van het bestaan ons koestert en van ons houdt. En dat die ons uitdaagt om dat ook zelf te ondervinden in ons eigen leven. Omdat het besef van die liefde je vrijmaakt. Zoals het besef dat een mens heel veel van je houdt, je vrijmaakt en vleugels geeft. En je bekwaam maakt om alles aan te kunnen, wat voor narigheid er ook op je weg komt.
Het besef van Gods liefde voor jou werkt in dezelfde richting. En hoe sterker dat besef, hoe meer je vrijgemaakt wordt, om van andere mensen te houden.
Om je beschermende pels van je af te gooien. Om van een bang konijn dat zich drukt, uit te groeien tot een mens die zich helemaal durft geven. Laat dat boekje over waarden dus nog maar even liggen. En concentreer je weer op het feit dat God liefde is, je heel nabij is en van je houdt. Laten wij terug leren genieten van ons geloof. Van de warmte en de geborgenheid die het ons geeft.