Zondag 30 juli 2017 – 17de zondag door het kerkelijk jaar A
Dat het kramakkelig godsdienstonderwijs van tegenwoordig bij onze kinderen weinig interesse voor het geloof teweegbrengt, alleen maar onverschilligheid en zelfs afkeer, is al langer geweten. Op dit ogenblik echter is het zo ver gekomen dat zelfs mensen die helemaal niet gelovig zijn zich ernstig zorgen beginnen te maken over het godsdienstig analfabetisme van onze jongeren, in een cultuur die toch helemaal doordrongen is van het christendom. Het eindeloos gedram over waarden en alleen maar over waarden, heeft gemaakt dat onze jongeren de grote verhalen niet meer kennen. Ze staan voor een schilderij van Rubens of Van Dijck maar ze weten niet meer waar de “doop in de Jordaan” voor staat, soms zelfs niet eens “het stalletje van Bethlehem”. Ze horen de Matthäus-Passion, maar ze weten nauwelijks nog waar die Passion over gaat en al helemaal niet wie Mattheus is. Ze horen over een judaskus, een salomonsoordeel, over “het gouden kalf aanbidden” en over een “Babelse spraakverwarring” en zo nog honderden andere begrippen en uitdrukkingen die mee onze cultuur gevormd hebben, maar ze weten niet waar het over gaat. Misschien kan ik, in deze vakantie-en-komkommertijd, er daarom eens eentje uitpikken en eens wat dieper ingaan op dat fameuze salomonsoordeel.
Waarheid
Toen Salomon koning werd vroeg hij niet aan God om veel macht en rijkdom of om een lang leven maar hij vroeg de wijsheid om recht te spreken, de wijsheid vooral om te achterhalen wat waar is en wat niet. Om zich zo een juist oordeel te kunnen vormen. Omdat de meesten onder u de twintig al ietsje gepasseerd zijn, kent u misschien nog wel dat verhaal van de twee vrouwen die ruziën om een kind. Het gaat over twee lichte dames die samen een kamer delen en kort na elkaar een kind krijgen. Op een nacht echter ontdekt een van beiden dat haar baby overleden is omdat ze er per ongeluk op gelegen heeft. Veel treuren is er niet bij en met een verbazingwekkende tegenwoordigheid van geest legt ze haar dode kind in de armen van haar kamergenote en het levende kind bij haar in bed.
Wanneer de andere vrouw ‘s morgens wakker wordt heeft ze natuurlijk al vlug door dat het dode kindje niet het hare is, maar de andere geeft niet toe.
Na veel gekrakeel heen en weer wordt het geval uiteindelijk voorgelegd aan koning Salomon. Omdat er geen enkel bewijs is en beide vrouwen voet bij stuk houden, wendt Salomon dan maar voor dat hij het levende kind in tweeën zal laten hakken om aan elke vrouw een helft te geven. Waarop de echte moeder zich voor hem neerwerpt en smeekt om het kind dan maar aan de ander te geven, liever dan het te vermoorden. Terwijl de andere ijskoud reageert van: doe maar, als ik het niet krijg, zal zij het toch ook niet hebben. Bij de eerste heeft duidelijk het moederhart gesproken en de echte moeder is daarmee gekend. Het zoveelste bewijs van het ongeëvenaarde vermogen van Salomon om recht te spreken, om een onderscheid te maken tussen waarheid en leugen.
Onvooringenomen?
Aan dat vermogen om een onderscheid te maken tussen waar en niet waar hebben wij in onze tijd meer nood dan ooit tevoren. Nu wij een explosie meemaken van communicatiemiddelen en wij overspoeld worden door een lawine van gegevens, data en nieuwsfeiten. Vooral het nieuws dat ons bereikt via de sociale media vormt soms een probleem. Maar ook de gewone media kunnen absoluut geen aanspraak maken op de neutraliteit en de objectiviteit die zij beweren na te streven. Zeker op het gebied van verslaggeving over zaken die met geloof (en dan vooral christelijk geloof) te maken hebben is onvooringenomen en objectief zijn een lachertje.
Onder de voorbeelden die gewoon dagelijks voorkomen, pik ik er eentje uit, maar dan wel een heel kras voorbeeld. Enkele jaren geleden werd het ophefmakend bericht de wereld rondgestuurd over een Iers weeshuis, bestuurd door nonnetjes, waar men bij werken op een binnenplaats een massagraf met skeletten van kinderen had opgegraven. Dit ijzingwekkende bericht ging via kranten, radio en tv tot in de verste uithoeken van de aarde. Ieder die er bij was had, gewoon door te kijken, kunnen zien wat later door onderzoek bevestigd werd: dat het hier ging om dierlijke resten van de boerderij en het kleine slachthuis dat aan de instelling verbonden was. Het bericht was dus duidelijk kwaadwillig opzet. Het werd achteraf echter door geen enkele krant of tv-zender rechtgezet. En zo kan je eindeloos doorgaan.
Kritisch blijven
Nu kan het zijn dat voor de media sensatie belangrijker is dan de waarheid, maar dan moet je jezelf niet willen hullen in een kleed van objectiviteit en eerlijkheid. En met heilige verontwaardiging reageren en doen alsof de democratie in gevaar is als iemand als Donald Trump de vloer aanveegt met de pers, die hij beschuldigt van leugens en bedrog. Meneer Trump mag dan al een zotskap zijn, maar misschien bewijst hij met zijn uitvallen tegen de pers, de democratie een grotere dienst dan hij zelf wil of vermoedt. Want zware kritiek op hoogverheven en onaantastbare instellingen kan heilzaam zijn. De Kerk heeft dat noodgedwongen eerder al moeten ondervinden. De heilige, oppermachtige pers zal dat op haar beurt ook moeten leren.
Het enige wat wij ondertussen kunnen doen, is nog kritischer en alerter zijn bij datgene wat de media ons voorschotelen. En blijven hopen op een kentering. Want wanneer iemand als Donald Trump met zijn frontale aanvallen instemming vindt bij vele tientallen miljoenen mensen, dan kan dit ook een kantelpunt zijn. En zou de Westerse pers, zeker de zogenaamde kwaliteitspers, kunnen inzien dat het echt niet goed is alle nieuws in te kleuren, te vervormen of te verzwijgen als het niet past in haar eigen libertijnse en zwaar gelaïciseerde kraam. Want ofwel ben je vooringenomen, ofwel ben je objectief. Een “beetje van beide” kan niet.