Zondag 26 februari 2017, Achtste zondag door het jaar (jaar A)
Het beeld van Jezus dat ons geschetst wordt in de evangelielezing van deze zondag komt enigszins bevreemdend over. Zeker na de lezingen van de voorbije zondagen, die ons confronteerden met de harde eisen en de compromisloze houding die hij eist als het gaat over de strijd tegen ons egoïsme. Vandaag krijgen we, zo lijkt het, de zachte kant van Jezus te zien. Vorige week was het nog de Jezus uit “Il Vangelo secondo Matteo” van Passolini: de vurige, rechtlijnige profeet met donkere ogen die dwars door je heen kijken. Vandaag: de zachte, bijna schattige hippie uit “Godspell” die zich zingend en dansend door het landschap beweegt en die geniet van vogels en bloemen en die ongelooflijk veel houdt van mensen, van de sukkelaars nog het meest. Beide beelden kloppen nochtans. Merkwaardig genoeg. Want er valt, zoals we vorige week al zagen, bij Jezus geen enkele gespletenheid te ontdekken.
Alles hangt samen.
Middel
Als Jezus ogenschijnlijk bijzonder harde eisen stelt om ons egoïsme in te tomen, dan is dat omdat dit volgens hem noodzakelijk is om tot echt leven te komen, om echt van het leven te genieten. Ascese en discipline, jezelf matigen en intomen zijn geen doel op zich, maar ze helpen je inzien dat het geluk niet ligt in het involgen van onze hang naar genot. Ze helpen ons inzien dat het geluk niet ligt in het overvloedig consumeren van eten en drinken en seks, in het najagen en oppotten van geld en in het slaan naar al wie daarbij als een bedreiging zou kunnen gezien worden. Ascese en discipline leren ons dat pas wanneer je enigszins afstand kan nemen van dat soort dingen, je afstand kan nemen van de jacht naar geld en genot, je echt van het leven gaat genieten. Of, om het met een boutade te zeggen, het is pas wanneer je ophoudt met krampachtig zoeken naar genot dat je echt begint te genieten.
Eenvoud
Omdat je dan de smaak ontdekt van dingen die je vroeger niet eens opmerkte. Dingen die je meestal alleen maar hinderden, wegens totaal onnuttig en onbelangrijk. Je leert echt genieten van zogenaamd vanzelfsprekende dingen. Je leert genieten, echt genieten van de natuur, van een nachtelijke hemel, van de ogen van je hond en de koddige kwakkeltred van een gans. Je leert genieten van de meest gewone dingen: een eenvoudig ontbijt, de vriendelijkheid van de buurman, van het werk dat op je afkomt en het avondje uit met vrienden. Zelfs gewoon van het feit dat je ’s avonds MAG gaan slapen, dat je een mooie kamer hebt, een zacht bed en propere lakens.
Je leert zelfs dat je kan genieten van zoiets gewoons als een bed, ook al lig je daar helemaal alleen in.
Goden
Waar Jezus ons op wijst, is dat veel gelukmakende zaken ons gewoon gegeven worden. We moeten ze alleen maar willen zien en waarderen en er voor openstaan. Wij moeten niet per se alles zelf willen bereiken, niet krampachtig de regie van alles zelf in handen willen houden. Er zijn ook een pak goeie dingen die ons gewoon gegeven worden, waar we niets voor moeten doen. Onze westerse cultuur is helemaal doordrongen van het activisme dat het joods-christelijke denken in de wereld heeft losgeslagen. Maar momenteel lijkt het allemaal een beetje uit de hand te lopen.Wij voelen ons heersers over de Schepping.Wij staan in voor het beheren, het controleren en het vooruithelpen van zowat alles. Stilstaan is achteruitgaan. Wij willen altijd maar verder en hoger en altijd maar meer. Alles is maakbaar, alles hebben wij in handen. Niets houdt ons tegen. Wij zijn in het diepste van onze gedachten zelf goden geworden.
Falen
Maar in werkelijkheid zijn we dat natuurlijk nu evenmin als vroeger.
En met hoe meer verbetenheid wij ons als de oppermachtige goden van de Olympus gedragen, hoe meer we de takken afzagen waarop we zitten. Steeds meer psychiaters zien een duidelijk verband met de sterk toenemende somberheid, depressies en zelfmoorden in onze samenleving.Want wij zijn natuurlijk niet God. Maar onderweg naar onze eigen goddelijke status speelden we wel de echte God kwijt. En al zeer vlug blijkt onze eigen goddelijkheid een grap te zijn. Want de belangrijkste domeinen in ons leven, de domeinen van liefde en geluk, laten zich door ons niet beheersen. Terwijl we als ‘godje’ totaal geen raad weten met ongeluk en tegenslag. Waardoor wij ons mislukkelingen gaan voelen en depressief worden.
Omkeer
Misschien wordt het tijd dat we herontdekken hoe sterk wij geworteld zijn in de natuur en afhankelijk van onze omgeving, van de andere mensen en van God.
Dat we beseffen dat onze consumptiecultuur een ramp is, niet alleen voor het milieu maar ook voor ons eigen psychisch welzijn. En dat ons geluk elders ligt dan in het materiële, zoals de Zwitserse econoom Dominic Rosen het heel eenvoudig stelt.
Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien. Ze werken niet en spinnen niet. Maar zelfs Salomo in al zijn pracht was niet gekleed als een van hen. Wij moeten geen hippies worden die op een berg gaan zitten liedjes zingen en wachten tot de gebraden kippen ons in de mond vliegen. Maar misschien zijn we toch ietsje te ver doorgeschoten in de tegengestelde richting. Dan is het nu, in de aankomende vasten, de tijd om terug een paar (aarzelende) stappen in andere richting te zetten. Om van onze goddelijke troon af te komen en terug gewoon mens te worden. En gelukkig te zijn.