De Koning van Andersland

Zondag 21 november 2021, Vierendertigste zondag door het jaar, Feest van Christus Koning (jaar B)

Toen Godfried van Bouillon in 1099 met zijn kruisvaarders Jeruzalem veroverde, bood men hem de koningskroon aan. Maar hij weigerde die.
Hij wilde “geen koningskroon dragen in de stad waar Jezus een doornenkroon had gedragen”, zei hij.
Een fier en manhaftig antwoord, dat ons als schooljongens heel sterk aansprak.
Tegenwoordig maken dergelijke romantische bespiegelingen geen kans meer.
In onze scholen wordt over de kruistochten alleen nog met schaamte en afgrijzen gesproken.
Dat die kruistochten voor een groot deel het Europese antwoord waren op voortdurende invallen, strooptochten en slachtpartijen, daar wordt met geen woord meer over gerept. . .
Maar Godfried had in ieder geval gelijk: Jezus gedroeg zich absoluut niet als een koning. Hij droeg geen kroon, had geen hofhouding en Hij woonde niet in een paleis.

Brokje geschiedenis
Maar, vanwaar dan die verering van Christus Koning?
Ook hiervoor moeten we terug de geschiedenis induiken.
Toen in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw, overal in Europa het fascisme de kop opstak en in verschillende landen de macht greep, was het eerste wat ze deden de jeugdbewegingen onder hun controle brengen om de jonge geesten te indoctrineren, met o.a. een buitensporige verering van de Leider, de Duce, de Führer.
Het antwoord van de Kerk was toen de verering van Christus Koning: voor katholieke jongeren was niet een of andere politieke dictator, maar Jezus Christus het boegbeeld, de leider die alle lof en navolging verdiende.
Dat de Chirobeweging haar jaarlijks feest nog altijd viert op de dag van Christus Koning stamt uit die tijd.

Toch Koning
Het spreekt natuurlijk vanzelf dat als wij vandaag Christus Koning vieren, dat wij dat doen vanuit een heel andere opstelling.
Ook voor ons is Christus diegene waar wij heel ons leven willen op richten, ons grote voorbeeld, de ultieme norm voor ons handelen. Onze “koning” als je wil.
Maar dat koningschap van Hem heeft niets werelds, heeft niets te maken met politiek en macht en uiterlijk vertoon. Wel integendeel. Letterlijk integendeel.
Want in het koninkrijk van Jezus krijgt wat de wereld belangrijk vindt en imponeert maar weinig aandacht. En zou de machtigste van alle stervelingen wel eens de grootste schertsfiguur kunnen zijn. En mag je er dus ook gerust mee lachen.
Maar we moeten toch ook niet té hard lachen, en té gerust zijn.
Want buiten dat koninkrijk van Jezus wordt macht allesomvattend en kan niets de wreedheid ervan intomen.
De heersers van deze tijd, de Stalins, de Hitlers en de Mao Tse-Toengs bleken nog oneindig veel tirannieker en mens verachtend te zijn dan de koningen en keizers uit vroegere eeuwen. Muggeridge zegt daarover: “Het enige tegengif tegen de lauwerkrans van Caesar komt van de doornenkroon van Jezus.
Alleen Hij kan ons verlossen van de monsterachtige en belachelijke hebbelijkheden van de macht, zoals dat ontdekt is door de meest intelligente mensen van onze tijd, een Solzjenitsyn bijvoorbeeld. Geconfronteerd met de meest brutale macht wenden zij zich niet tot de Rechten van de mens of andere plechtige uitspraken, beloften en verdragen, maar tot de man die een doornenkroon draagt.” (M. Muggeridge)

… maar anders
In het koninkrijk van Jezus gelden andere normen dan in de wereld.
Het is een Rijk “waar de laatsten de eersten zijn en de eersten de laatsten, waar de grootste de dienaar is van allen. Waar de koning zich op een ezel verplaatst en de voeten wast van de dienaren, waar de kleinen zetelen op tronen waarvan de machtigen verdreven zijn” (R. Van den Berge).
Dat koninkrijk van Jezus is uiteraard geen staatkundige werkelijkheid.
Het is een visioen. Maar dan wel een visioen dat God ons geeft, met daarbij de opdracht te werken aan de verwezenlijking ervan in onze wereld.
Ieder van ons moet dat doen op zijn eigen plaats en op zijn eigen, misschien bescheiden lijkende manier. Maar wij moeten onze bijdrage niet minimaliseren. Telkens als ik er met mijn beperkte reikwijdte in slaag om bij mezelf en in mijn onmiddellijke omgeving iets te realiseren van Jezus’ droom: het kwade overwinnend door het goede, zit ik in de goede richting. Telkens wanneer ik in mijn denken en handelen elk machtstreven vervang door de wil om mensen graag te zien en te dienen, ben ik, hoe klein ook, aan het timmeren aan het koninkrijk van God.
En ben ik bezig de wereld te veranderen.

Plaats een reactie