Meer dan het gewone

Zondag 29 januari 2023, 4de zondag door het jaar (jaar A)

Het woord “asjre” dat Jezus gebruikte -Jezus sprak Aramees- is hier heel gebrekkig vertaald met “zalig”.
Het Aramese woord “asjre” heeft iets te maken met lopen, met gaan, met “op weg gaan”. In plaats van “zalig” zou je dus beter kunnen zeggen: “Je zit goed, je bent op de goeie weg als je zo en zo in het leven staat”.
En dan begrijp je ook beter de acht “zaligheden” in het geheel van de Bergrede, want die “zaligheden” zijn er maar een stukje van.
In die Bergrede legt Jezus omstandig uit wat Hij van ons doen en laten verwacht, hoe Hij wil dat wij in het leven staan.
Heel ons denken en doen zou volgens Hem moeten gericht zijn op het realiseren van gerechtigheid en vrede. En dan nog vanuit die typisch christelijke grondhouding van mededogen en vergevingsgezindheid.

RADICAAL
En even typisch christelijk daarbij is, dat Jezus van ons verwacht dat wij daarbij een radicale inzet en een vasthoudendheid tonen die wat redelijkerwijze van ons verwacht mag worden, ver achter zich laat.
Heel de Bergrede zou je kunnen samenvatten met: meer dan het gewone.
Van een christen zou mogen verwacht worden dat hij in de liefde, in het opkomen voor mensen in de kou en in het streven naar vrede en rechtvaardigheid, meer doorzettingsvermogen aan de dag legt dan wat “normaal” is, meer dan de rede en het burgerlijk fatsoen nodig en voldoende vinden.
Gij zijt het zout der aarde en het licht der wereld, zegt Jezus.
Als het zout zijn kracht verliest, dient het nergens meer voor dan om weggeworpen te worden. En zo gaat dat maar door, de hele Bergrede lang.
Zijn woorden lijken op een stortbui die over je heen gestort wordt, een pletwals, die over je heen raast en die je zou vermorzelen als je niet de zekerheid had dat ze werden uitgesproken door een man die heel en al liefde was.

OVERDRIJVING
Gij hebt gehoord dat tot onze voorouders gezegd is: gij zult niet doden.
Wie doodt zal strafbaar zijn voor het gerecht.
Maar ik zeg u: “Al wie vertoornd is op zijn broeder zal strafbaar zijn voor het gerecht. En wie tot zijn broer zegt: dwaas, zal strafbaar zijn met het vuur van de hel. Gij hebt het gehoord dat er gezegd is: gij zult geen echtbreuk plegen. Maar Ik zeg u: wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart al echtbreuk met haar gepleegd.
Gij hebt gehoord dat er gezegd is: gij zult uw naaste beminnen en uw vijand haten. Maar Ik zeg u: bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen opdat gij kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen. Als gij bemint die u beminnen, wat voor recht op loon hebt ge dan? Doen tollenaars niet hetzelfde?
Gij hebt gehoord dat er gezegd is: oog om oog en tand om tand. Maar Ik zeg u: als iemand u op de rechterwang slaat, keer hem dan ook de andere toe.”

LIEFHEBBEN
Jezus gebruikt hier kwistig de stijlfiguur van het overdrijven, een overdrijven dat soms zelfs tegen de borst stuit. Maar het onderstreept zeer goed de radicaliteit van zijn eisen als het gaat over de liefde.
Hier zitten we immers bij de kern van zijn leer: liefhebben, liefhebben en nog eens liefhebben.
Niet onbelangrijk bij dit alles is op te merken dat als Jezus het heeft over liefhebben, het bij Hem niet gaat over romantische gevoelens. In de liefde waar Hij het over heeft spelen onze wil en ons verstand evenzeer, misschien zelfs meer, dan ons gevoel.
Het gaat om een fundamentele keuze om andere mensen positief te benaderen, te respecteren, om iets voor hen te willen betekenen, te zien wat je voor hen kan doen. Om hen te vergeven als ze je iets misdeden, om er voor hen te zijn, om hun gelukkig-zijn in de hand te werken. En om zelf daarin je eigen geluk te vinden.
We moeten dat als christenen overigens niet doen vanuit een of ander ideologisch kader van links of van rechts. Eerder pragmatisch, deemoedig en geduldig, samen met de mensen zoeken naar een plaats waar ze tot hun recht komen, waar het echt goed met ze gaat.

Plaats een reactie