Teksten verklaren, niet “vervangen”

Zondag 15 januari 2023, 2de zondag door het jaar (jaar A)

De nieuwjaarsperiode is de tijd bij uitstek om goede voornemens te maken.
Om dingen die we wat verwaarloosden terug meer aandacht te schenken.
Om wat afgezwakt is terug op koers te brengen en op zoek te gaan naar wat verloren ging en nu gemist wordt.
Toegepast op het geloof, denk ik dat we in onze tijd terug meer aandacht moeten besteden aan het verantwoordelijk en zorgzaam omgaan met de geloofstaal. Geloofstaal, de taal waarin het geloof wordt uitgedrukt, is een aparte taal. Een evocerende taal, een taal die een werkelijkheid probeert op te roepen die niet in de gewone taal te vatten is. Het is een andere taal dan de koel beschrijvende taal van de wetenschap. De taal van het geloof kan je nog het best vergelijken met de taal van de poëzie. Ze is niet exact beschrijvend zoals de taal van de fysica bijvoorbeeld dat wel is. Maar ze beschrijft een werkelijkheid die je niet met de woorden van de fysica en wiskunde kan duidelijk maken. Wanneer een jongen tegen zijn meisje (of een meisje tegen haar jongen) zegt: ik zou je wel kunnen opeten, dan is het voor iedereen duidelijk dat daar geen neiging tot kannibalisme moet achter gezocht worden.
Maar het is wel goed dat ze die wonderlijke taal ter beschikking hebben. Want, wat die twee voor elkaar voelen, gaan uitleggen in termen van chemische reacties zou compleet bespottelijk zijn.

Onderschatten
Geloofstaal heeft dus, net als poëzie, haar eigen onvervangbare reden van bestaan. Het is goed dat ze verklaard en uitgelegd wordt aan mensen die er niet mee vertrouwd zijn. Maar helemaal verkeerd is elke poging om de geloofstaal te vervangen door de vlakke taal van het gewone leven.
Omdat geloofstaal uitdrukking geeft aan een werkelijkheid die wel sterk aangevoeld en vermoed wordt, maar niet in “1+1=2” kan uitgedrukt worden.
In de meeste gevallen echter moet er ook niet echt veel “verklaard” en uitgelegd worden.
Wanneer in de geloofsbelijdenis bijvoorbeeld staat dat “Jezus zit aan de rechterhand van de Vader”, dan moeten wij ook heel gewone mensen niet te veel onderschatten. Ook mensen die geen diploma theologie op zak hebben, maken zich daarbij geen voorstelling van twee grote stoelen boven de wolken, met op de ene stoel. . . Kerkmensen, die dergelijke voorstellingen altijd willen “ontmythologiseren” onderschatten meestal schromelijk het gezond verstand van hun toehoorders.

Vervangen
En zo kom ik bij een nogal delicaat punt.
Het is de laatste jaren een beetje mode geworden om eeuwenoude teksten zogenaamd dichter bij de mensen van vandaag te brengen. En dat gebeurt dan soms door hele zinnen weg te laten en nieuwe toe te voegen, soms zelfs door hele stukken tekst te vervangen door een eigen tekst. Waardoor heel vaak de betekenis van het stuk verandert. En dat kan toch niet de bedoeling zijn? Of toch?
Want dan zit je onder het mom van christelijk geloof een eigen brouwsel, waarin vooral de huidige tijdsgeest doorklinkt, te verkondigen.
Een voorbeeld. Soms vragen ouders om zelf de teksten klaar te maken voor het doopsel van hun kind. Daarbij gebruiken ze ook bijna altijd boekjes die in omloop zijn van andere dopen en die hen onmiddellijk aanspreken. Niet omdat ze zo christelijk zijn, maar omdat ze dat juist niet zijn. Omdat ze helemaal de huidige materialistische, individualistische tijdsgeest ademen.
Typisch is bijvoorbeeld de belofte van de ouders dat ze er zullen over waken dat hun kind zal worden wat het wil. Je kan daar op zich natuurlijk niet echt iets tegen hebben, maar typisch christelijk is het alleszins niet. Typisch christelijk in het engagement van de ouders is: erover waken dat je kind uitgroeit tot een liefdevolle mens, die gelukkig wordt in het goed zijn voor anderen. En die daarbij de hulp van God vragen om hun taak goed te volbrengen.

Heidens
Wij moeten bij die dingen echt met meer zorg omgaan. En voorkomen dat wij zelfs tot in het hart van het geloof, tot in de sacramenten toe, een taal gebruiken die meer de taal van de media is dan de taal van het geloof.
Meer de taal van het hedendaags heidendom dan die van het christendom.
Ik lees soms, ook op blaadjes in een kerk, zogenaamde “geloofsbelijdenissen” waarin de woorden “God” en “Jezus” niet eens in voorkomen. Teksten die alleen maar vol staan met “ik zal dit” en “wij zullen dat”, . . . Dat is heel mooi.
Maar dat is geen geloofsbelijdenis.
Wij moeten daar echt beter op letten. Het is bovendien, meen ik, een typisch Europees verschijnsel, dat de eenheid met de Wereldkerk verbreekt.
Als er woorden zijn die de hedendaagse mens niet meer begrijpt, dan moeten die uitgelegd worden, niet geschrapt en vervangen door iets van derde persing.
Zeker nu ook mensen met 5 diploma’s op zak vaak nog heel weinig kennis van het geloof bezitten, mogen wij ze niet met een kluitje in het riet sturen.
Tenslotte gaat het om het christelijk geloof, een hoofdpijler van onze beschaving. En voor gelovigen een uiterst belangrijk gegeven in hun leven.
Je kan daar niet zomaar een potje van maken.

Plaats een reactie