Wonderen

Zondag 12 augustus 2018 – 19de zondag door het jaar (jaar B)

De vroegere pastoor van Roosbeek, Mr. Cleynen, had een oom die toen hij 90 was nog korte ritjes deed op z’n paard.
Maar ja, 90 is 90 en stilaan begon hij toch last te krijgen van allerlei kwaaltjes en ongemakken. Maar wanneer hij dan zijn huisarts daarover aansprak kreeg hij altijd weer hetzelfde te horen: het in de hedendaagse geneeskunde legendarisch geworden advies “daar moet ge leren mee leven”.
Waarop oompje dan telkens zijn vermanend vingertje naar boven haalde om op plechtige toon tegen de huisarts te zeggen: “Dokters zijn er tegenwoordig genoeg, maar geneesheren, dat is wat anders.”

Eigen kracht
Hoe sympathiek dit kranige oompje ook was, hij had toch niet helemaal gelijk. Immers, ook geneesheren genezen je niet echt, toch niet in de strikte zin van het woord. Anders zouden het wonderdoeners zijn.
En geneesmiddelen genezen je eigenlijk ook niet.
Ons lichaam bezit een geweldig vermogen om spontaan te herstellen, om wonden te genezen en ziekten te bevechten. Je ziet dat heel goed als je een kleine verwonding of een lichte aandoening opgelopen hebt.
Geef je lichaam de nodige tijd en het geneest zichzelf. Men noemt dat, met een groot woord, het regeneratievermogen van ons lichaam.
Soms echter zijn wij zo verzwakt of is de ziekte zo sterk dat het vermogen van ons lichaam om zichzelf te herstellen moet geholpen worden.
En dat is nu precies wat artsen en geneesmiddelen doen. Ze proberen dat oorspronkelijke vermogen om zichzelf te genezen te versterken of te activeren.

Teken
Iets gelijkaardigs vind je terug bij de meeste wonderen die in de Bijbel vermeld worden. Neem nu de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Jezus zorgt niet voor een wondermiddel waardoor de honger van de mensen verdwijnt en ze nooit meer honger krijgen. En hij zorgt er ook niet voor dat geen enkele arme in Israël of in de hele wereld nooit nog tekort zou hebben. Jezus is geen tovenaar uit een fantasy reeks op tv. Jezus is een Icoon van God.
Zijn wonderen zijn altijd tekenen. Tekenen van de zorg van God voor zijn mensen.
Op een gegeven moment zijn enkele duizenden mensen hem, volgens het verhaal, al dagen aan het volgen en ze krijgen honger. Maar blijkbaar zijn er maar 5 broden beschikbaar. Het spreekt echter vanzelf dat de meesten van hen een goedgevulde zak met proviand bij hebben, anders waren ze allang terug naar huis. Wat Jezus hier via zijn woorden en via zijn uitstraling bereikt is dat iedereen begint te delen met iedereen. En ineens is er overvloed.
Als je weet hoe hebberig wij zijn en hoe wij normaal reageren, besef je dat dit wonder veel spectaculairder is dan welk toverkunstje ook.

Geloof
Maar zo’n wonder kan dus, als je maar echt gelooft. Geloven is het sleutelwoord.
En op de eerste plaats werkt geloof op het stimuleren van de kracht die in onszelf zit. Denk aan de geneeskunde. Telkens als wij een dip doormaken, neerslachtig zijn, heel veel verdriet hebben, geen uitkomst meer zien, gaat geloof ons helpen door de genezende kracht die in ons zit te mobiliseren en onze moeilijkheden te overwinnen.
Jezus zegt: geloof dat wat je vraagt, je al verkregen hebt – dat de oplossing bij manier van spreken al “onderweg is” – en je zal het verkrijgen.
Het is wat Mariah Carey en Whitney Houston in hun liedje “When you believe” zo prachtig onder woorden brengen.
Maar is gebedsverhoring dan het resultaat van een succesvol psychologisch trucje? Neen. Het gaat niet om trucs, gegoochel of magie.
Normaal zal God niet ingaan tegen zijn eigen schepping.
Niet tegen onze natuur, niet tegen ons verstand en niet tegen onze psychische mechanismen. Zelfs de meest opzienbarende genezingen – en regelmatig zijn daar meldingen van – gaan niet tegen de natuur in, gaan over duizelingwekkend versnelde natuurlijke processen.

Suggestie?
Maar de vraag blijft: gaat het dan toch niet om een psychologische truc die deze processen op gang zet?
Zoals bij het gebruik van placebo’s: het werkt, zolang je maar gelooft dat het water dat ze je inspuiten een wonderlijk geneesmiddel is. Het antwoord is andermaal neen. En wel om deze reden.
Het niet te ontkennen succes van placebo’s is gebaseerd op bedrog. Eens dat je dat door hebt werkt het niet meer. Bij religieus geloof is dat helemaal anders. Hoe vurig je ook gelooft, je krijgt bijna nooit wat je precies vraagt.
God staat duidelijk niet voortdurend klaar om jou op je wenken te bedienen.
Maar terwijl je financiële toestand verder achteruitgaat of je vrouw je toch definitief verlaat of een geliefd iemand toch doodgaat, ben je uit het hele proces toch sterker uitgekomen. Omdat je heel die tijd van beproeving hebt mogen ervaren dat God je draagt en van je houdt, je nooit zal laten vallen.
En dat geeft enorme kracht en een eigenaardig soort blijheid in al je miserie.
Je gaat ook meer zelf de handen uit de mouwen steken, je meer inzetten en minder vlug ontmoedigd zijn.
Misschien is dat wel het grootste mirakel van God: dat Hij ons krachtig helpt om zonder mirakelen toch ten volle te leven.
Waar het werkelijk om gaat is: het weten dat God je draagt, dat – wat je ook overkomt – je veilig bent in zijn hand.

Maar
Dit gezegd zijnde is het echter duidelijk dat je als christen ook openstaat voor miraculeuze zaken waarbij je verstand tilt slaat.
Wij kunnen niet anders. Immers, het centrale thema van ons geloof, de verrijzenis van Christus, is er zo al een.

Plaats een reactie