Waarom vasten?

Zondag 6 maart 2022, 1ste zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Onmiddellijk, van bij het begin, is het duidelijk wie de hoofdpersonen zijn in dit verhaal. Het gaat over Jezus, de Geest van God en de duivel.
Of beter: over Jezus en over de 2 immense krachten die in zijn binnenste strijden voor de overmacht. En het is eveneens duidelijk dat tussen deze twee geen compromis mogelijk is. Ze sluiten elkaar uit.
Het is niet onbelangrijk om dat in volle duidelijkheid te zien.
Ingaan op wat de Geest van ons wil, maakt van ons open, zorgdragende, liefdevolle mensen. Ingaan op de duisternis in ons, die er ook is (in ieder van ons), bereikt het tegenovergestelde: het maakt ons gesloten, helemaal op onszelf gerichte hebzuchtige en machtswellustige wezens, wars van elk gevoel van medemenselijkheid.
Het is goed, te zien dat die 2 krachten werkelijk tegengesteld zijn.
Natuurlijk is in de praktijk waarschijnlijk geen enkele mens alleen maar goed en ook geen enkele mens alleen maar duivels. En onze spontane neiging is er een van zoeken naar een compromis. “Iets mag het hebben”.

TEGENPOLEN
Maar de 2 genoemde krachten zelf, de Geest van God en het duistere in ons, streven naar geen enkel compromis, zijn mekaars volmaakte tegenpolen.
En het is goed te weten op voorhand dat “een beetje van dit en een beetje van dat”, uiteindelijk dus wel moet mislukken.
Jezus weet dat en daarom is zijn houding categoriek; over die dingen valt er met Hem niet te praten, niet te onderhandelen: het is het één of het ander.
Hem parafraserend zou je kunnen zeggen: je kan niet tegelijk God dienen en de duivel.
Je kan wel zoals sommige figuren in de romans van Dostojevski uiterst losbandig leven en dan bij momenten even oprecht berouw tonen en hartstochtelijk boete doen. Hoe extravagant zo’n leven dan ook is, toch kan ik mij daar nog iets bij voorstellen. Maar heel bewust en geraffineerd je leven zo inrichten dat je van “beide walletjes” kan eten, dat kan gewoon niet.
Je gaat God nooit kunnen verzoenen met het kwaad. Maar je kan je bestaan natuurlijk wel inrichten met de fantasie dat je tegelijk van allebei kan genieten.
Soms hoor je wel eens: ik doe al genoeg voor de mensen, ik mag toch ook mezelf wat verwennen. Als dat gaat om het genieten van een stukje taart terwijl je jezelf vanwege de dokter moet matigen, kan dat natuurlijk geen kwaad.
Maar het is een gevaarlijke redenering als het gaat om ernstiger zaken.

BEKORING
Laten we nu eens kijken naar bekoringen, die Jezus moest overwinnen.
En waar trouwens ieder van ons mee te maken krijgt.
“De duivel” is een metafoor voor het duistere verlangen dat in ons opwelt telkens als wij in ons leven willen kiezen voor het goede, het juiste, voor de rechtvaardigheid en de liefde, kiezen voor God. Die keuze voor God lijkt vaak moeilijk waar te maken terwijl het duistere alternatief altijd bijzonder aanlokkelijk is, tintelend en fris. Jezus is daar zeer kordaat in en Hij verlangt van ons precies hetzelfde.
Wat nu die bekoringen betreft: laten we ons beperken tot de eerste, stenen in brood veranderen. De andere 2 die appel doen op onze eerzucht en onze hang naar macht zijn heel duidelijk herkenbaar en hoeven weinig uitleg.
De eerste echter heeft te maken met onze neiging tot materialisme.

VASTEN
De mening dat geluk ligt in eten en drinken, in feesten en seks.
Jezus vast, heeft honger en weerstaat de bekoring. Hoe meer je daarover nadenkt, hoe meer je beseft dat hier iets heel essentieels gezegd wordt.
Namelijk dat vasten, je van een bepaald genot onthouden, voor een christen altijd gebeurt om een groter goed te verkrijgen. M.a.w. als christen ben je geen masochist. Jezelf van alles ontzeggen heeft (tenzij om medische redenen) geen enkele waarde op zich. Het is duidelijk dat Jezus de woestijn introk om in dieper contact met God te komen.
En het is nu eenmaal een gekend gegeven (iets wat iedere religie weet) dat veel lawaai en een volle maag niet bevorderlijk zijn voor meditatie en gebed. Wanneer Jezus de bekoring weerstaat, dan is dat niet om een nummertje in zelfkastijding op te voeren maar om een veel hoger doel te bereiken: het verzadigd zijn van voedsel uit te stellen om des te beter te kunnen genieten van Gods aanwezigheid.
Van ons wordt precies hetzelfde verwacht met onze 40-daagse vasten.
D.w.z. dat wij tijdelijk en beperkt afzien van bepaalde genietingen, niet als een doel op zich, en ook niet als een prestatie, zoals wij dat als kinderen deden.
Maar om de kans te vergroten op een veel kostbaarder genieten: het diepe aanvoelen van een God, die intens veel van je houdt.

Plaats een reactie