Immobilisme is even ketters als wildgroei

Zondag 30 juli 2023, 17de zondag door het jaar (jaar A)

De parabel over de schat in de akker gaat over mensen die na veel zoeken het geloof gevonden hebben. En die diep overtuigd geraakt zijn van de waarheid en de kostbaarheid van dat geloof. Zó kostbaar dat al het andere daaraan ondergeschikt is.
Het geloof als ons kostbaarste bezit, dat zorgvuldig bewaard en beschermd moet worden omdat het ons leven zin, warmte en betekenis geeft.
Dat is de betekenis van de twee parabeltjes over de schat in de akker en de parel van de koopman.
En dan komt die parabel over het sleepnet met daarin goede vissen die uitgezocht worden en slechte die teruggeworpen worden. Het lijkt wel in oppositie met de twee voorgaande vertellingen. Want hier is geen sprake van zorgvuldig bewaren wat is, maar van kiezen. Van bewaren én loslaten.
En om zijn bedoeling helemaal duidelijk te maken sluit Jezus af met te zeggen dat een goede huisvader uit zijn schat nieuw en oud tevoorschijn haalt!!
Beide zijn dus belangrijk: oud en nieuw.

POLARISATIE?
Een van de grootste tragedies in de hedendaagse kerk hier bij ons is dat die zin, die stellingname van Jezus—oud én nieuw zijn nodig—helemaal ondergesneeuwd lijkt.
Niet dat je kan spreken van een echte polarisatie. Vroeger, toen ik jong was, had je dat wel. Aan de ene kant de mensen die het concilie betreurden en die alles wat vroeger was, beter vonden. En aan de andere kant de “progressieven” die o.a. dweepten met de bevrijdingstheologie en die zowat elke verandering als een verbetering zagen.
Tegenwoordig echter zijn de verschillende gezindten getalsmatig totaal niet meer vergelijkbaar zodat je nog moeilijk van een polarisatie kan spreken.
Maar bovendien zijn de tegenstellingen ook inhoudelijk veranderd.
Aan de ene kant heb je nog altijd de sterk behoudsgezinde mensen, tegenwoordig een kleine minderheid, die helemaal terug naar vroeger willen. Zwarte lange rokken incluis. En aan de andere kant heb je die massa mensen, die zich nog christen noemen, maar die er eigenlijk niets meer aan doen.
Ze laten hun kinderen meestal nog dopen, maar ze geven het geloof niet meer door en komen zelden of nooit nog naar een kerkelijke dienst.
Ze beweren steevast dat ze “achter de christelijke waarden staan”. Maar dan als een soort mantra. Als je verder vraagt, kunnen ze je zelden vertellen wat die waarden zijn of aantonen dat ze enige invloed hebben op hun leven.
Als Victor Hugo vandaag zou leven, zou hij waarschijnlijk aan deze mensen denken als hij sprak van: “Les athées de nuance catholique”.

ALTERNATIEF
Maar daarnaast heb je ook nog een derde groep. De mensen die niet ergens tussen die twee andere groepen in staan, maar ertegenover.
En die mensen dat zijn—hopelijk—wij.
Dat zijn de mensen die het goede van vroeger niet alleen willen behouden maar het ook willen herwaarderen omdat het verlies ervan onze geloofsgemeenschap duidelijk geen goed heeft gedaan. Op de eerste plaats denken we dan aan de rituele samenkomsten van gelovigen. Het christendom is een godsdienst, het kan niet zomaar verengd worden tot een moraal. Rituelen, symbolen, samen zingen en samen bidden en Eucharistie vieren, maken er wezenlijk deel van uit, vormen ons juist tot een volk, tot een gemeenschap.
Er zijn serieuze atheïsten, mensen die dus menen dat godsdienst een menselijke uitvinding is, maar die onmiddellijk erkennen dat het ook de meest schitterende uitvinding van de mensen is. Omdat godsdienst, meer dan wat ook, mensen samenbindt en verenigt over alle mogelijke verschillen heen.
En wij, in Europa, maar krampachtig zoeken naar wat ons zou kunnen verbinden, terwijl wij het sterkste middel dat onze mensen verbond, het christelijk geloof, helemaal verwaarloosd hebben.
Laten wij onze rituele samenkomsten dus behouden en nieuw leven inblazen.

CELIBAAT
Wat we wel radicaal achter ons moeten laten omdat het in onze tijd zo desastreus is voor de Kerk zelf, is het verplichte celibaat.
Momenteel is er in het Westen bijna geen enkele jongere meer die “dat er nog bij wil nemen”.
Onze nieuwe aartsbisschop geeft hoop. Hij zegt dat de roeping tot het priesterschap iets anders is dan de roeping om celibatair te leven. En hij voegt eraan toe dat er maar heel weinig mensen geroepen zijn tot het celibataire leven.
Wel, laat ons dan kappen met die verplichte koppeling. Elke godsdienst kent mensen die heel hun leven in gemeenschap doorbrengen met bidden, studeren en mediteren. Laat die mensen voor het celibataire leven kiezen, dat ligt voor de hand. Maar toch niet voor een gewone parochiepriester. Er zijn echt nog wel andere mensen met een sterk besef van roeping in hun beroep en die dat toch combineren met een warm gezin. De Kerk moet toch geen zelfmoord plegen voor een principe waar weinigen nog de zin van inzien.
Laten we kappen met die verplichting. En met een vernieuwd elan ons geloof terug beleven en uitdragen.

Plaats een reactie