Lazarus

Zondag 26 maart 2023, 5de zondag van de Veertigdagentijd (jaar A)

“Waart Gij hier geweest!”, klaagt Martha, want Jezus stelde altijd maar uit en als Hij tenslotte in Bethanië aankomt, is Lazarus dood.
En nochtans hield Hij van Martha en Maria en Lazarus.
En dan is er dat merkwaardig gesprek tussen Martha en Jezus. Het is een gesprek dat er duidelijk op gericht is haar geloof in de wonderdoener, de genezer, de magiër te laten uitgroeien tot echt geloof, het geloof namelijk dat in Jezus de bron van het leven zelf onder ons gekomen is.
Jezus zegt haar: “Uw broer zal verrijzen”.
Voor Martha is dat niets nieuws: zoals vele Joden uit haar tijd geloofde zij in een vaag voortbestaan na de dood.

OVERGANG
Daarom trekt Jezus haar aandacht naar Hemzelf: Wie in mij gelooft, hoeft niet te hopen op een schimmenbestaan later.
Ik bén verrijzenis en leven.
In het geloof in Jezus gebeurt dus de overgang van de dood naar leven.
Niets minder dan dat zegt Hij tot haar.
Wanneer ik vandaag beslis te geloven, dan is die overgang belangrijker dan de overgang als ik sterf.
Daardoor wordt de tragiek van het sterven niet verkleind, de dood blijft bestaan, maar ons leven in geloof wordt nu onlosmakelijk in verband gebracht met ten volle leven vóór en na de dood.
Wie gelooft in Jezus, draagt ondanks het sterven, het eeuwig leven reeds in zich, omdat hij leeft vanuit Hem die de bron van leven is.
Veel meer nog dan een spectaculair wonder, is de opwekking van Lazarus een teken. Een teken dat wij met het aanvaarden van Jezus, binnentreden in het leven van God, opgenomen worden in het leven van de Eeuwige.

HIJ SLAAPT
Gemeten aan de eeuwigheid is ons aardse leven slechts een zucht, “Kortstondig als een droom die afbreekt in de ochtend”, zegt de Schrift.
Ook de fysieke dood, het meest afgrijselijke wat wij ons kunnen voorstellen, zeker als het gaat om de dood van iemand waar we van houden, een dood die ons verschrikkelijk pijn doet en die ons eigen leven minstens voor een tijd leeg en zinloos maakt, ook die dood wordt door Jezus helemaal gerelativeerd.
“Hij slaapt alleen maar”, zegt Hij. Het lijkt wel of Hij de draak steekt met het diepe verdriet van de verwanten, met heel het tragische gebeuren, met de familie in rouw, de fluitspelers, de opgetrommelde klaagvrouwen, het hele macabere gebeuren.
En nochtans laat de tekst er geen twijfel over bestaan: Lazarus ik wel degelijk gestorven. Hij is al 3 volle dagen dood. Hij ruikt al, staat er letterlijk.
Maar Jezus blijft erbij dat Hij alleen maar slaapt.

TEKEN
En om zijn woorden kracht bij te zetten, roept Hij Lazarus uit het graf.
Niet als een soort magische krachttoer, maar als een teken dat leven, echt leven, eeuwig leven alles te maken heeft met opgenomen zijn in het leven van God.
En dat ons fysieke bestaan, ons leven vóór onze zogenaamde dood, ons de kans biedt om in dat leven opgenomen te worden.
Zonder enige twijfel is Lazarus enkele jaren later opnieuw neergelegd in zijn graf. En dan zal er geen Jezus zijn om hem nog een tweede keer terug in de wereld te zetten. En dat heeft ook geen belang.
Belangrijk is alleen de vraag of Lazarus tegen dat het zover is al tenminste geprobeerd heeft om binnen te treden in dat leven, in die invloedssfeer van God, en zich te koesteren in en deel te nemen aan de liefde en de zorg van de Vader.

EEUWIG LEVEN
Mensen dromen er stilletjes van dat de dokters ons met de tijd tientallen jaren langer zullen laten leven. Er is in Californië zelfs al een heel circus van miljonairs die zichzelf na hun dood laten invriezen om later, als de geneeskunde verder is, terug tot leven gebracht te worden. Ook dat zou natuurlijk alleen maar uitstel zijn.
Maar als wij ons serieus toekeren naar God, moeten wij niet speculeren op enkele jaren méér en staat ons eeuwig gelukkig zijn te wachten.
Niet minder dan dat.

Plaats een reactie