Over vergeving

Zondag 17 september 2023, 24ste zondag door het jaar (jaar A)

Vele jaren geleden heb ik André Cools, een nogal flamboyante Waalse leider, eens met grote stelligheid op tv horen verklaren: “Moi, je ne pardonne jamais”.
En hij verduidelijkte: “Je ne suis pas chrétien”.
Het lijdt weinig twijfel dat Cools zijn eigen onverbiddelijke houding als superieur zag t.a.v. de christelijke, de meer barmhartige houding. Maar in ieder geval was wat hij zei, helemaal juist: vergeving schenken is inderdaad typisch christelijk.
Natuurlijk vind je “vergeving” ook wel terug bij andere godsdiensten. Maar nergens is vergeving schenken zo prominent en zelfs verplichtend aanwezig als in het christendom.

TOEKOMST
Overal elders drukt het gevoel voor recht en rechtvaardigheid de vraag om te vergeven in een hoekje. Of maakt ze die overbodig of zelfs een beetje verdacht.
Jezus wil verder gaan dan alleen maar het oplossen van conflicten via het recht.
Denken dat alles in orde is als na een conflict de schuldigen gestraft en de benadeelden vergoed zijn, is kortzichtig.
Als je wil dat er ook toekomst is, dat het leven op een normale manier kan hernomen worden, dan moet er ook vergeving zijn.
Nadat het recht is hersteld, is er alleen maar sprake van “een propere lei” en “een nieuwe start” in het jargon en in de geest van de rechtspraak. In werkelijkheid gaat de vijandigheid alleen maar ondergronds en daar woekert ze verder en ze wordt er vaker nog feller dan ooit. Zinnend op wraak.
Alleen vergeving opent de toekomst.

SORRY
Het is daarom dat Jezus zo’n nadruk legt op vergeving. Jezus is altijd en in alles de brenger van leven. En alleen oprechte vergeving is in staat nieuw leven mogelijk te maken na conflicten, kleine en grote.
Maar vergeven is natuurlijk aartsmoeilijk. Tenminste als het gaat om echt en oprecht vergeven. Dat kan alleen maar als er een beweging is van de twee kanten.
Als er niet alleen de bereidheid is om over het aangedane kwaad de spons te vegen.
Maar als de andere partij ook oprecht spijt heeft van wat ze gedaan heeft.
En oprecht spijt druk je niet uit met het woordje “sorry”. Sorry is een heel onnozel stopwoordje geworden, dat bijna altijd het tegenovergestelde betekent van “spijt hebben”. Bijna altijd wordt “sorry” trouwens gevolgd door een reden die het aangedane kwaad vergoelijkt of het nodig of noodzakelijk doet lijken.
Zo van: “Sorry, maar je hebt er wel om gevraagd!” “Sorry”, maar ik moest wel, want anders. . . Of “sorry, maar het was voor je bestwil”.

MOEILIJK
En dat is natuurlijk niet om vergeving vragen, zelfs geen spijt betuigen.
Dat is zelfs niet eens je fout vergoelijken. Dat is niets anders dan alsnog gelijk willen halen. Helemaal het tegendeel dus van spijt betuigen.
Ik weet natuurlijk ook wel dat schuld bekennen en om vergiffenis vragen nooit een erg geliefde bezigheid geweest is. En speciaal in deze tijd van superindividualisme en van de vergoddelijking van het Ik, een tijd waarin je je staande moet houden in de ratrace, houden we ons daar zover mogelijk vanaf.
Of het een kwalijke ziekte betreft. Maar een gezond schuldbesef is juist heel. . . gezond!
Hulpverleners hebben nogal eens de neiging om de oorzaak en dus uiteindelijk ook de schuld van iemands wangedrag bij anderen te leggen: de ouders, de vrienden, het milieu. . . Waarmee ze de dader wel “ont-schuldigen” maar niet genezen: diep in hem is er iets dat hem blijft aanklagen en ziek maakt.

VERZOEND
Vroeger, toen de mensen nog generaties lang bleven wonen in hun eigen dorp en hun eigen streek, kon je over de hele lengte van de kaart van Europa een lijn trekken van oost naar west. Bijna al wie daarboven woonde was protestants, en wie ten zuiden daarvan leefde was katholiek.
Welnu, die grens viel ook volmaakt samen met de zelfmoordgrens.
In het noorden waren er opvallend meer zelfmoorden dan in het zuiden.
Ik denk dat we rustig mogen aannemen dat de mensen in het noorden, moreel gezien, niet beter of slechter waren dan de mensen in het zuiden.
Maar er was wel 1 groot verschil. Als je in het noorden iets mispeuterde, bleef je ermee zitten. Zelfs als heel je omgeving, het gerecht incluis, je fout door de vingers zag, je was nooit zeker. Je geweten en heel de wereld van het onderbewustzijn bleef op je inhakken.
Katholieken hadden daar veel minder last van. Die lieten hun kwelduivels achter in de biechtstoel en waren terug helemaal verzoend met God en met zichzelf. Niemand minder dan Carl Gustav Jung heeft de (genezende) kracht beschreven van het godsdienstig ritueel dat als niets anders in ons onderbewuste kan doordringen en het beïnvloeden.
Misschien was het afschaffen van de biecht, in België en Nederland, wel onze grootste stommiteit ooit.

Plaats een reactie