Meer dan recht alleen

Zondag 31 juli 2022, achttiende zondag door het jaar (jaar C)

Toen ik als tiener het boek Prediker leerde kennen, vond ik dat het iets heel hippieachtigs had. Alles wordt er sterk in gerelativeerd. Elke opvatting die doorgaans als vaststaand geldt en heilig, wordt hier ijdel genoemd, geleuter, dikke zever. Alles wat traditioneel, toen en nu, als wijsheid wordt verkondigd, slaat volgens Prediker zo goed als nergens op.
De idee bijvoorbeeld dat als je hard werkt je er wel zult komen; dat als je rechtvaardig in het leven staat, je daar de vruchten van plukt: “Wie goed doet, goed ontmoet.” En dat, als je heel je leven lang, verstandig zorgt voor jezelf, dat je dan rijk en gezond en gelukkig oud zult worden, gezegend met vele liefhebbende kinderen.
Allemaal ijdel, zegt Prediker, geloof het maar niet. Want er overkomt je voortdurend van alles dat als een mes door die mooie plaatjes snijdt.
Prediker komt met zijn scepticisme heel dicht in de buurt van het boek Job.
Geloof de mooie praatjes niet, bouw er je leven niet op, want het is allemaal ijdel.
Eén tikje van het lot, en je bent alles kwijt.

RECHTSPRAAK
En toch vind je bij Prediker geen echt nihilisme. Niet álles is absurd, niet elke manier van leven is zinloos.
Alleen, zegt Prediker, begrijpen wij niet altijd wat ons overkomt en waarom.
Maar we mogen er zeker van zijn dat alles kadert in wat God met ons voorheeft. Maar dan moeten wij terug leren aanvaarden dat God per definitie een mysterie is en al onze voorstellingen doorkruist.
Het leven blijft ondertussen dus onzeker en onvoorspelbaar. Vandaar het bij Joden zeer sterk ontwikkeld gevoel voor rechtspraak, de nood om het leven en de maatschappij toch enige vastigheid te geven. En vandaar ook de gewoonte om rabbi’s, mensen die een zekere autoriteit hadden op gebied van geloof, aan te klampen en hen te raadplegen. Hun te vragen om recht te spreken bij twisten en onenigheid.
Volgens de Talmoed gaat rechtspreken zelfs rechtstreeks terug op een uitdrukkelijk gebod dat God aan Noah gaf om een rechtspraak in te stellen om ruzies op te lossen.
De reden is duidelijk en wordt tot op heden als een grondslag van de rechtspraak aanzien: om te voorkomen dat “de sterkste automatisch zou winnen en de zwakkere systematisch beroofd zou worden”, zoals Prediker zegt.
En dus worden rabbi’s voortdurend aangeklampt om te pas en te onpas scheidsrechter te spelen.

ANDERS WORDEN
Jezus weigert daar echter resoluut op in te gaan. Hij wil geen scheidsrechter zijn tussen ruziënde mensen. Hij wil dat ze gewoon ophouden met ruziën en vechten.
Recht is de basis, de noodzakelijke voorwaarde voor vrede.
Maar het is niet genoeg om tot een duurzame vrede, om tot verzoening te komen.
Na een rechterlijke uitspraak bij een conflict zijn de strijdende partijen uit elkaar gehaald en is de beslissing van de rechter bindend en definitief. Maar die uitspraak brengt zelden vrede in het hart van de betrokkenen omdat geen van hen volledig gelijk kreeg.
En daarom wil Jezus de zaken radicaler aanpakken. Hij wil ons stimuleren om andere mensen te worden. Mensen die in plaats van te ruziën en de anderen als concurrenten te zien, zich laten inspireren door Gods geest, die liefde en barmhartigheid is.

ANTI-GOD
Ruzie komt altijd voort uit zelfzucht, de werkelijke oerzonde van de mens.
Die onzalige cluster van hebzucht, zelfzucht en egoïsme, niets verwijdert ons meer van God, niets is zo anti God als de aanbidding van ons eigen ik.
“De wereld”, zegt paus Franciscus, “is in oorlog”.
“Maar het is geen oorlog van godsdiensten, rassen, ideologieën. Het is een oorlog van belangen, van geld en van middelen”.
Alleen het delen met onze broeders is een waarborg voor vrede en is ook de weg die God van ons verlangt. Maar hoe kennen wij die weg, hoe weten wij wat God van ons wil als het ons niet meer verkondigd wordt en we ook niet meer bidden?
Dan weten wij dat gewoon niet. En dan lopen wij gewoon alles achterna wat in de wereld gangbaar is. Dan doen wij wat de dwaas uit het evangelie deed na een overvloedige oogst: hij bouwde grotere schuren om zijn bezit veilig te stellen en er volop van te genieten. Er staat: hij overlegde bij zichzelf. Hij overlegde dus niet met God en zijn geweten en hij had geen oog voor de armen.
Hij “verzamelde alleen maar schatten voor zichzelf”.
Maar diezelfde nacht nog stierf hij. En hij had elke kans verkeken om een ander mens te worden en om te doen wat God van hem verlangde.

Plaats een reactie