Waakzaam zijn

Zondag 7 augustus 2022, negentiende zondag door het jaar (jaar C)

Elk van de lezingen van vandaag brengt ons een oproep tot meer waakzaamheid. Of daar met groot enthousiasme op zal gereageerd worden, valt te betwijfelen. In onze samenleving, die bijna helemaal scheefzakt onder de prestatiedrang, de hectiek van het doorhollen en de stress die daar het gevolg van is, doet “waakzaamheid” vooral denken aan het verplichte alert zijn voor telefoonoproepen, berichtjes, e-mails en “social media”. Allemaal hulpmiddelen die bedoeld zijn om het leven lichter en gemakkelijker te maken, maar die het vaak alleen maar drukker en zwaarder maken. Die soms een regelrechte aanslag kunnen zijn op je persoonlijke vrijheid en op je verlangen om te genieten van een meer “eenvoudig” leven. En waar we in ieder geval van af willen zijn tijdens onze vakantie.
Voor niet weinigen onder ons is dát juist vakantie: geen gsm, geen e-mail, geen Facebook, Instagram of YouTube. Maar, op reis of thuis, genieten van de leuke dingen van het leven, helemaal los van de opdringerige kant ervan.
Je kan er natuurlijk wel van uitgaan dat wanneer in de Bijbel sprake is van waakzaamheid, het niet gaat over op je qui-vive zijn voor elektronische berichten.

Blind geloven?
Als ik Paulus goed begrijp, dan prijst hij de grote figuren uit het Oude Testament die hij in zijn Hebreeënbrief oproept, omwille van hun standvastig geloof. En om hun constante waakzaamheid om hun hele handel en wandel tot in de details, in overeenstemming te brengen met hun geloof.
En dit is des te meer bewonderenswaardig, zegt Paulus, omdat het ging om een onvoorwaardelijk geloof. Abraham bijvoorbeeld vertrouwde blindelings op God en zijn belofte. Maar Abraham heeft nooit de inlossing van die belofte meegemaakt. En dat kon ook niet. Want hem was een talrijk nageslacht beloofd, een groot volk zou uit hem voortkomen.
En je kan tijdens je leven wel 1 of 2 generaties afstammelingen meemaken, maar je kan niet controleren waar je nageslacht binnen 1000 jaar zal staan.
Dus, concluderen we (veel te vlug!) dat we niet moeten vragen naar zekerheden of argumenten, dat we ook niet verlangen dat God ons persoonlijk zou helpen om te geloven, ons zou overtuigen.
Neen, zei men in mijn jeugd, je moet geloven. Daar komt het op aan.

Genuanceerd
Maar uit alles blijkt dat Abraham een zeer nuchter en praktisch man was.
Een stamhoofd dat regelmatig ruziënde fracties uit mekaar moest halen en verzoenen. En het regelmatig ook moest opnemen tegen rovers en vijandige volken.
Als Abraham blindelings vertrouwde op Jahweh’s belofte, dan kan dat alleen maar omdat hij vanuit andere ervaringen met God, heel goed wist dat hij God kon vertrouwen. Hetzelfde kan je trouwens ook zeggen van de zogenaamde “ongelovige Thomas”. Als Jezus zegt: “Zalig die niet zien en toch geloven”, dan is dat een terechtwijzing aan het adres van die mensen die mordicus niet willen geloven.
Mensen voor wie het niet MAG waar zijn. Want die zijn er ook.
Maar Thomas geloofde. Hij was Jezus gevolgd, hij had van alles met Hem meegemaakt. Hij geloofde in Jezus. Alleen dat laatste, de Verrijzenis, dat was voor hem, op dat moment, erover.

Kans
En zo komen we bij onszelf. Moeten wij blindelings geloven?
Neen! Wij moeten gemotiveerd geloven. D.w.z. wij moeten God de kans geven om ons te tonen dat Hij geloofwaardig is. Dat Hij er wel degelijk is en van ons houdt en ons wil helpen.
Wij moeten niet terug zoals vroeger God overstelpen met verzoeken om genezing van allerlei kwaaltjes. Hoewel je daar zelf moet in beslissen wat je doet.
Maar ik zal God bijvoorbeeld wel vragen om mij af te helpen van mijn meest ergerlijke karaktertrekken. Ik maak de vraag heel concreet en ik bid daar dan voor.
En dan merk ik soms in mijzelf groeiende gevoelens die ik vroeger niet kende.
Terwijl ik heel zeker weet: dit heeft niets te maken met Freud & Co.
Dit ligt helemaal niet in de aard van het beestje. Dit is God.
En dat sterkt je geloof en je vertrouwen.

God ervaren
Omdat je dan beseft dat God met je bezig is.
En dát is meer overtuigend dan welk intellectueel godsbewijs ook.
God in je eigen leven ervaren, vaak heel discreet en niet opdringerig, maakt veel meer indruk op je dan grote filosofische of theologische argumenten.
Eigenlijk komt alles hierop neer: wij moeten God de kans geven om zich aan ons te tonen.

Plaats een reactie